2020
Asachin
& Jyoti
Jaipur
Zou
je me vragen wat me het eerst en het meest raakt bij Sachin, dan
antwoord ik meteen:
zijn stralende ogen en niet aflatende glimlach. Je ziet die man
van kilometers ver: altijd met een echte, gemeende smile.
Sachin
verkoopt postkaartjes bij de Hawa Mahal (het Paleis der Winden)
in Jaipur. Vier pakjes met telkens een tiental kaarten voor tweehonderd
Roepies. Net als de andere straatverkopers verdringt hij zich
tussen de fotograferende westerlingen en probeert zijn kaartjes
aan de man te brengen. Zo heb ik hem leren kennen, als één
van de vele verkopers op straat.
Aanvankelijk
probeerden wij al eens een babbeltje. Later dronken wij een bekertje
thee.
Nooit lang, want we stonden aan deze en gene zijde van een aanzienlijke
taalbarrière.
Wij hingen wat rond bij een theestalletje. Hij was efkes fier
met zijn buitenlandse vriend, ik koesterde me kort in zijn ongebreideld
enthousiasme en dan gingen weer uiteen voor een paar maanden.
Sachin maakt geen onopvallende verschijning. Als kind is hij besmet
geraakt met het poliovirus.
Hij kreeg poliomyelitis en heeft sedertdien een been dat nutteloos
aan zijn bekken bengelt.
Hij verplaatst zich behendig hinkend met een hoge stok.
Zijn
ouders hadden hem als tiener achtergelaten in een opvangcentrum
voor poliopatiënten.
Maar hij had er niet kunnen aarden. Sachin was daar weggelopen,
had hier en daar een job gevonden en was uiteindelijk in de kaartjesbranche
beland.
Beetje
bij beetje kwam ik erachter dat zijn ouders in zijn geboortedorp
ergens in Madhya Pradesh waren gebleven omdat zijn vader blind
is. Sachin’s oudere broer heeft dezelfde ziekte en heeft
ook een heel beperkt gezichtsvermogen.
Toch
hebben de vader en de broer het voor elkaar gekregen om voor Sachin
een huwelijk te arrangeren. Met Jyoti. Ik zag als eerste haar
foto in zijn GSM waarvan het cijferklavier groter was dan het
beeldscherm. Een prachtig gezichtje van een fris en jeugdig meisje.
Maar... Jyoti is ook gehandicapt.
Ook polio. Niet aan één been maar aan beide benen.
Jyoti zit altijd op de grond en roeit met gezonde armen het hele
gewicht van haar lichaam van de ene naar de andere kant van de
kamer. Als ze uit huis moet, dan wurmt ze zich enkele treden naar
omhoog op een trap. Voorzichtig parkeert Sachin zich zó
achteruit tot Jyoti haar armen rond zijn nek kan slaan. Dan buigt
hij zich voorover en neemt haar op zijn rug. Strompelend met zijn
stok brengt hij haar zo tot bij een wachtende riksja of tuktuk.
Het
kon allemaal de pret niet bederven. Die twee waren op slag dolgelukkig
en het koppel kreeg snel een zoontje, Ghorab. De bevalling, net
als bij iedere vrouw met falende bekkenbodemspieren, gebeurde
door middel van een keizersnede. Om de hele operatie te financieren,
stak Sachin zich in de schulden bij zijn collega’s straatverkopers.
Dat verplichtte hem om met zijn gezinnetje te verhuizen naar een
goedkope kamer in een ‘stadsboerderij’. De eigenaar
van hun onderkomen was een producent van oublei, koeienvlaaien.
In een modderig binnentuintje voor de kamer waar Jyoti haar baby
verzorgde, stonden twee waterbuffels. Wat vanonder hun staart
kwam, werd vermengd met water en gemalen stro en in plakken tegen
de muur gedrukt om te drogen in de zon. Brandstof. Sanitair was
er niet. Vliegen, daar en tegen, op overschot.
Toch,
iedere dag stond Sachin met zijn hoge stok en grote smile bij
de toeristen. Telkens met het ene, dagelijks gewassen, ongestreken
hemd. Gelukkig was de verkoop van postkaartjes toen nog min of
meer rendabel. Hij ging zijn pakjes halen bij een grootverdeler:
’s ochtends opgehaald, ’s avonds betaald.
De winst van de ene dag stelde hen in staat om de volgende dag
door te komen.
Beetje bij beetje kon hij zelfs wat ruimte creëren voor verhuis
naar een meer gezonde woonomgeving.
Tot ieders verbazing bleek Jyoti, nauwelijks drie jaar na de geboorte
van Ghorab, opnieuw zwanger.
Abni, hun dochtertje, kwam gezond ter wereld, maar in het hospitaal
bleek dat Jyoti malaria had opgelopen.
Sachin
noch Jyoti kunnen lezen of schrijven. Dit wordt in het snel evoluerende
India een groeiend obstakel. Voor alle administratie zijn zij
aangewezen op vrienden of kennissen. Meer en meer diensten van
de overheid worden geïnformatiseerd. Inschrijving voor school,
communicatie met leerkrachten, tickets voor trein of bus, belkrediet
voor de GSM, het zijn maar enkele voorbeelden van dienstverlening
die online worden afgehandeld.
Gelukkig,
de kleine Ghorab gaat zeer graag school. Hij wordt ’s morgens
opgepikt en na school teruggebracht naar huis door een riksjarijder.
Voor assistentie bij zijn huiswerk kan er beroep worden gedaan
op een vriendelijke leraar die in de buurt woont. Voor dit schooltraject
is er al enige tijd sponsoring uit België.
Sachin
heeft nooit om assistentie gevraagd. Elke vroege ochtend opnieuw,
vertrekt hij met een hoge stok, twee stralende ogen en een brede
glimlach naar de Hawa Mahal.
|